okt 31

3STAR-distributie Raspberry Pi versie 2

RPF-RP2B1GB-2-800x533Beste mede amateurs,

Enige jaren terug kwam de Raspberry Pi beschikbaar. Het duurde niet lang voordat zendamateurs de voordelen van dit kleine betaalbare computertje ontdekten en op zoek gingen naar toepassingen hiervoor in de amateurwereld.

Onder andere D-star repeater- en hotspot bezitters vonden in de Raspberry Pi een zuinig en voordelig alternatief voor een grotere computer.

In het begin werd de Raspberry Pi vooral in de terminal mode gebruikt zonder grafisch interface. Het grafische interface was wel beschikbaar maar was een beetje stroperig.

Na enige tijd brachten de ontwikkelaars van de Rapsberry Pi, Raspbian uit, die op zijn beurt op Debian Linux is gebaseerd. Deze Raspbian ondersteunde ook de floating point processor van de Raspberry Pi. Hierdoor werkte ook het grafische interface een stuk beter.

Teneinde drempel voor amateurs zo laag mogelijk te maken hebben Bert, PE1KZU en Philip, PA3DFN besloten een Raspberry Pi image te maken met alle benodigde software voorgeinstalleerd.

Bert heeft hiervoor een script ontwikkeld om de instellingen en besturing van de D-star programmatuur zo eenvoudig mogelijk te laten geschieden in een grafische omgeving.

Philip heeft het stukje met betrekking tot samenstellen van het besturings systeem op zich genomen.

Inmiddels is deze 3star distributie al in versie 2.2 beschikbaar. Er is in deze versie voor Wheezy versie van Raspbian gekozen en nog niet voor de Jessie in verband met een paar bugs in Jessie.

Extra in deze versie is ook de software voor de Dv4mini. Deze software is zowel in de 1.4 en de 1.6 versie aanwezig.

De 1.4 versie kan gebruikt worden met de Dv4mini emulatie van de DV-mega, terwijl de 1.6 versie voor de Dv4mini stick met de laatste firmware geschikt is.

Indien Guus, PE1PLM en Jonathan G4KLX een goed werkende DMR gateway gereed hebben zal deze in een van de volgende releases opgenomen worden.

Zie screenshot van het bureaublad met het DV4mini control panel.
3starv2.2

Houdt er rekening mee dat de Dv4mini software alleen draait op een Raspberry Pi versie 2. De Raspberry Pi 1 is te traag voor de software.

Het imagebestand is te download via de volgende link:

https://yadi.sk/d/oOY_gwUTk2XZV

Na unzippen krijg je een image bestand van ongeveer 3,5 Gb. Dit bestand vervolgens met Win 32 Disk Imager

http://www.softpedia.com/get/CD-DVD-Tools/Data-CD-DVD-Burning/Win32-Disk-Imager.shtml

op het SD-kaartje van minimaal 4 Gb zetten. Vervolgens de Raspberry Pi booten.

De Raspberry Pi krijgt automatisch een IP via DHCP als hij via een UTP-kabel aangesloten is op het netwerk.

Via de hoofdtelefoonaansluiting spreekt de Raspberry Pi zijn ip uit, die hij van de DHCP-server (router) heeft gekregen.

Vervolgens kan er met een VNC-viewer contact gelegd worden met de Raspberry Pi. Het is dus niet noodzakelijk om een HDMI-monitor en toetsenbord met muis aan te sluiten. Maar dit kan uiteraard wel.

Als eerste na het opstarten moet vervolgens een LXterminal, het derde icoontje van rechts in de dock, opgestart worden. Vervolgens:

sudo raspi-config

in deze terminal invoeren. Hierna kiezen voor 1. Expand filesystem en met de Tab-toets naar Finish gaan. Nu kiezen voor rebooten en bij de volgende start wordt het gehele SD-kaartje gebruikt.

Succes ermee,

Bert PE1KZU en Philip PA3DFN

P.S. Bert is op D-star reflector XRF088 A te bereiken en tijdens de D-star ronde op dinsdagavond op D-star reflector XRF088 B, voor Philip is dit D-star reflector DCS007 B of op zondag in de DMR-ronde.

(Noot van de redactie, zie ook nlrefelctor.nl)
okt 30

Praktische gebruiksinformatie voor DMR+ beginners Deel 1

StarthereRegelmatig bereiken mij vragen van beginnende DMR gebruikers. Ze zeggen dan: natuurlijk horen wij DMR gebruikers praten die al jaren gebruik maken van DMR! Maar stel in koop een DMR radio waar begin ik dan?

Frank PA1V en Ruud PA3DFI hebben deze vraag omgezet in een tweetal documenten waarin het één en ander voor de beginnende DMR gebruiker wordt uitgelegd.

Praktische gebruiksinformatie

De volgende informatie heeft betrekking op gebruik van het DMR+ netwerk van Hytera, verder te noemen DMR+.

Voor nieuwe gebruikers kan de werking van bepaalde functionaliteit in het DMR+ Netwerk in het begin wat onduidelijk zijn. Onderstaand wordt op hoofdlijnen toegelicht hoe een en ander toegepast kan worden.

Het DMR+ Netwerk heeft 2 tijdsloten (time slots), TS1 en TS2. Op beide tijdsloten kunnen twee gelijktijdige QSOs worden gevoerd via repeaters. De beschikbaarheid van twee tijdsloten betekent dus dat er twee gescheiden “kanalen” worden gebruikt. De twee tijdsloten worden los van elkaar gebruikt. Verder kan er simplex worden gewerkt met DMR. Ook dan zijn er 2 “kanalen” mogelijk per frequentie. Hier wordt verder alleen ingegaan op de werking via repeaters.

Tijdslot 1
Op tijdslot 1 worden spreekgroepen (Talk Groups, TG) gebruikt. Repeaterbeheerders kunnen uit de mogelijkheden van de mastersoftware kiezen welke TG’s doorgegeven worden (of niet), een en ander afhankelijk van het gewenste en toegestane gebruik.
De TG’s zijn per soort aan bepaalde gebieden landen of regio’s toegewezen. Voorbeelden zijn:

. TG1 – Wereldwijd
. TG2 – Europa
. TG22 – Nederlandstalig
. TG204 – Nederland

Wat houdt dit in?

Een voorbeeld: Als OM PA3XXX (fictieve call) via Talk Group 1 (TG1) op tijdslot 1 werkt, is deze wereldwijd over alle aangesloten repeaters te horen. Naar de stand per Juli 2015 zijn dat er meer dan 270, en dit aantal groeit gestaag. Naarmate het nummer van de talkgroep hoger is, neemt het aantal gekoppelde repeaters af. Voor wat betreft Nederland en TG204 hebben we het dan toch nog over zo’n 22 stuks.

Bij gebruik van Tijdslot 1 TG1 en TG2 is het van belang om na te denken hoeveel en welke repeaters door een QSO in gebruik zijn. Mede amateurs in de rest van de wereld horen via de gebruikte repeater(s) onze Nederlandstalige QSO’s ook, en kunnen hier mogelijk minder enthousiast van worden. Op hamdigitaal.nl onder “operationele linken” en “Hytera Reflector Status” wordt weergegeven welke repeaters actief zijn.

Belangrijk: Door een wereldwijd QSO op TG 1 wordt wordt dit Tijdslot 1 in het hele DMR+ netwerk gereserveerd voor deze ene verbinding. Als vuistregel hebben TG’s met met een lager nummer een hogere prioriteit binnen het netwerk dan deze met een hoger nummer.

Tijdslot 2
Op het tweede tijdslot (TS2) worden slechts twee spreekgroepen (TG’s) gebruikt:

. TG9 – lokaal
. TG9990 – echo

Op het tweede tijdslot kunnen reflectoren worden aangekoppeld. Deze werden in het D-Star netwerk al langer gebruikt en maken het voor amateurs mogelijk om repeaters op een gebruiksvriendelijke manier aan te koppelen, ook de z.g. dongles werken hiermee.

Zo zijn in de meeste gevallen de repeaters binnen een regio via een reflector gekoppeld (bijvoorbeeld Noord Nederland, Midden Nederland etc.). Een overzicht van de beschikbare reflectoren is te vinden op hamdigitaal.nl Samen met nog heel veel meer praktische informatie over de digitale modes.

Welke repeater op welk tijdstip gekoppeld is, kan via het DMR+ dashboard worden gevolgd.

Omdat de mogelijkheden voor gebruik van de reflectoren vrij uitgebreid zijn, wordt dit in een apart artikel toegelicht.

Via Talkgroep 9990 (Echo) kan worden gecontroleerd of het eigen signaal via de repeater wordt ontvangen, en of deze met het netwerk verbonden is. Verder kan de kwaliteit van eigen modulatie worden beoordeeld.

Elke verbinding via TS2 en TG 9990 wordt kortstondig door een server geregistreerd en vervolgens als “Echo” over de lokale repeater verzonden. De “Echo” funktie is alleen op de eigen lokale repeater te horen.

Ook op tijdslot 2 kunnen mede amateurs onze gesprekken over aangekoppelde reflectoren horen. Wanneer het onduidelijk is wat de reikwijdte van een verbinding is, laat dan voldoende ruimte tussen de passages in een QSO, zodat andere gebruikers zich in kunnen melden. Dit is trouwens op DMR in ieder geval aan te raden, gezien het beperkte aantal kanalen op de TG’s. Ook de dongles reageren iets trager dan portofoons of mobilofoons. Het is daarom goed enige tijd te laten zodat de gesprekken volledig worden afgerond.

N.b. Deze informatie is bedoeld als leidraad van- en voor de beginnende DMR amateur, en dient als zodanig gelezen te worden. Uitgebreide technische informatie kan gevonden worden in meer gedetailleerde publicaties op de diverse DMR websites.

Bronvermelding (deels): HAM-DMR.DE
PA1V / PA3DFI

okt 30

Praktische gebruiksinformatie voor DMR+ beginners Deel 2

StarthereHet gebruik van Reflectoren

Op Tijdslot 2 (TS2) worden twee Talkgroups (TG’s) gebruikt, TG9 Lokaal en TG9990 – Echo. Ongeacht van welke TG er via TS1 wordt gebruikt, worden de gesprekken via de overige repeaters op het netwerk via TG9 weergegeven als “lokaal”. Dit vereenvoudigd de programmering van apparatuur, omdat het aantal te programmeren kanalen per repeater op TS2 via een enkele TG plaats vind.

Het gebruik van reflectoren op TS2 heeft een duidelijk voordeel ten opzichte van de talkgroups op TS1. Er worden geen gesprekken verstoord of onderbroken door het gelijktijdige gebruik van TG’s. Wanneer repeaters door middel van reflectoren zijn gekoppeld, worden alle gesprekken welke hierop gaande zijn via TG9 weergegeven.

Binnen het huidige netwerk worden reflectornummers weergegeven door middel van 4 cijfers (numerals). Een aantal voorbeelden van regionale reflectors zijn 4501 voor Noord Nederland en 4502 voor Midden Nederland. Een volledig overzicht van wereldwijd beschikbare reflectoren kan gevonden op hamdigitaal.nl, samen met nog heel veel meer praktische informatie over de digitale modes.

Wanneer een bepaalde reflector niet meer in gebruik is, wordt aangeraden deze door middel van de entry “4000” af te koppelen. Bij het aan- en afkoppelen van reflectoren is er in de meeste gevallen sprake van een kleine vertraging. Deze kan varieren tussen de 15 en 30 seconden. Tijdens het opbouwen van de verbinding is deze wel al zichtbaar op het DMR+ dashboard.

Belangrijk: Het gebruik van reflectoren is uitsluitend mogelijk op Tijdslot 2 (TS2), door middel van TG 2-9.

Hoe werkt de aan- en afkoppelling van reflectoren
Met een DMR porto of mobielset gebeurd dit door middel van “Contact / Manual Dial”. Verder kunnen de reflectoren in de contact list worden geprogrammeerd als zijnde “Private Call” in plaats de gebruikelijke “Group Call”. Het gewenste reflectornummer kan door middel van “Manual Dial” worden ingevoerd. Het is aan te bevelen om voor gebruik de user manuals van de betreffende apparatuur op hoofdlijnen door te nemen voor wat betreft dit soort basisbediening.

Na het intoetsen van het gewenste reflectornummer kan de verbinding worden gemaakt door middel van de PTT toets. Hierdoor wordt de reflector verbonden met de repeater. Er volgt een gesproken bevestiging “Connected to Reflector”. Als de repeater al verbonden was met een een andere reflector, dient deze eerst door middel van “4000” ontkoppeld te worden. Hierna volgt een gesproken bevestiging “Reflector Disconnect”.

Op de meeste repeaters is een standaard reflector ingesteld, meestal voor de betreffende regio . Nadat het QSO is afgelopen wordt de repeater met een eveneens ingestelde interval teruggezet op deze standaardreflector. Met de entry “5000” kan worden gecontroleerd met welke reflector een repeater is verbonden.

Belangrijk: Nadat een reflector gekoppeld is, kan via TG 2-9 het QSO worden gevoerd. Controleer dat het apparaat dan niet meer in de keuze (dial) mode staat.

Bronvermelding (deels): HAM-DMR.DE
PA1V / PA3DFI

(Noot van de redactie: beide documenten in pdf zijn te vinden “bestanden, algemene informatie”)

okt 28

BrandMeister intensief getest

BrandMeisterDe afgelopen dagen en nachten heeft een team Nederlandse repeater- en masterbeheerders intensief getest met de nieuwe mastersoftware BrandMeister. Zoals een ieder wellicht weet is het Nederlandse Hytera Netwerk nu gekoppeld aan het DMR+ netwerk. Beheerders willen graag testen en experimenteren met een mastersoftware die open is en die veel mogelijkheden biedt voor experimenterende radioamateurs. Gebleken is dat BrandMeister anders werkt dan DMR+ maar heel veel mogelijkheden in zich heeft. Uit de experimenten is gebleken dat koppelingen met andere netwerken, zoals DStar en Motorola, makkelijker gelegd kunnen worden. Ook het versturen van berichten verloopt beter over het gehele netwerk. Berichten versturen tussen Hytera en Motorola apparatuur is standaard mogelijk. De roaming over de verschillende repeaters verloopt beter. Er kan gebruik gemaakt worden van dynamic talkgroepen. Een repeater hierdoor niet meer in beslag genomen door een vaste talkgroep zoals nu voor DStar op PI1UTR het geval is. Dit is een aantal van de mogelijkheden die zijn vastgesteld bij deze uitvoerige experimenten van deze mastersoftware. De komende dagen zal er verder getest worden om meer mogelijkheden uit te proberen. Ook zullen stress testen worden uitgevoerd hoe de software onder belasting functioneert. Hierdoor kan het netwerk wat anders reageren dan men gewend is.
Hier is te zien welke repeaters in testmodus staan!